Dit keersluisje lag onder de Cralingerbrug ih het water van Achter de Vismarkt.
Citaat uit een brief gedateerd september 1969 van de Monumentencommissie:
De nabijgelegen Donkere sluis had bij het zogenaamde “schuren”, het verversen van het water in de stadsgrachten, een belangrijke rol. Hiertoe liet men op het moment dat het IJsselwater een hoge stand had bereikt, de Haven als een kom vollopen. Daarna werd via een systeem van schuiven het dubbele paar deuren van de Donkere sluis tegen de waterdruk in snel geopend waarna het water met kracht de Gouwe instroomde. Tijdens het aflaten was het Amsterdams Verlaat gesloten zodat het water via de Gouwe en Achter de Kerk naar alle overige singels stroomde, zowel direct via de grachten als via riolen en zijlen. Uiteindelijk vloeide het water via de Hanepraai- en Mallegatsluis weer terug in de IJssel.Om sturing aan de waterstromen te geven waren op enkele plaatsen keersluizen aangebracht, die bestonden uit een enkele deur of uit twee puntdeuren. De keersluizen dwongen het water in een richting om daarmee een gewenst deel van de grachten, riolen en zijlen te schuren.
Er bevonden zich deuren in de grachten van de Peperstraat, Achter de Vismarkt en Achter de Kerk. Door demping van de gracht zijn de deuren in Achter de Vismarkt vervallen. Bij vernieuwing van de walmuur in de gracht langs de Peperstraat in 1973 werd de enkele deur verwijderd. Van dit systeem is dus alleen nog keersluis Achter de Kerk behouden.