De Kock van Leeuwensluis ligt in de Nieuwe Vaart ter hoogte van het Nieuwe Park en eigenlijk parallel aan het bleekveld van de voormalige wasserij De Drie Nootebomen. Op deze locatie zal binnen afzienbare tijd woningbouw plaatsvinden.
De Nieuwe Vaart of Nieuwe Gouwe is gegraven in de periode 1898-1903. De aanleg diende ter verbetering van de doorvaart naar de binnenstad. Zo kon immers de Kromme Gouwe, waarnaar het later aangelegde industrieterrein is vernoemd, met zijn vele bochten worden vermeden. De sluis betreft een zogenaamde keersluis, doch is wel voorzien van twee schutkolken en is in de oorlogsjaren 1941-1942 onder toezicht van Provinciale Waterstaat en voor rekening van het Hoogheemraadschap Rijnland met subsidiegelden aangelegd. De aanleg van zowel dit water als van de sluis diende niet alleen ter verbetering van de waterhuishouding in de binnenstad, doch ook om het Goudse deel van Rijnlands boezen af te sluiten. De grachten stonden immers opnieuw in open verbinding met Rijnlands boezem en ondanks de vele waterstaatswerken vormde de lage ligging van Gouda ten aanzien van de afwatering een probleem. Doel van de aanleg van de sluis was dat bij een eventuele doorbraak van de kaden langs de Gouwe de grachten in de binnenstad niet droog zouden vallen. Uiteraard dienden dan wel de sluisdeuren gesloten te zijn! Tevens verving deze nieuwe sluis de Rabatsluis, een keersluis in de Kromme Gouwe ter hoogte van de Wachtelstraat op ongeveer de plaats waar nu de Rabatbrug is gesitueerd. Met de realisatie van De Nieuwe Vaart had de Rabatsluis zijn functie van keersluis verloren. Immers er was opnieuw een open verbinding met Rijnlands boezen ontstaan.
De verleende subsidiegelden kwamen voort uit de wetgeving van 4 april 1940. Deze wet stelde fondsen beschikbaar voor werken ter beperking van overstromingen bij doorbraken van dijken en kaden als gevolg van overloophandelingen. Eén van de rampzalige gevolgen van een dijkdoorbraak zou zijn dat de elektriciteitscentrale aan de Hoge Gouwe buiten werking zou komen te staan wegens gebrek aan koelwater.
Zoals hiervoor beschreven was zo’n waterkering bij Gouda dus noodzakelijk. Bijkomend voordeel was dat tevens, door de bouw van het Pijnacker Hordijkgemaal nabij de Julianasluis in 1936, het mogelijk werd water vanuit de Hollandsche IJssel via dit dieselgemaal in Rijnlands boezem op een hoger pijl in te laten zonder dat de binnenstad van Gouda onder zou lopen.
Mede door de bouw van De Kock van Leeuwensluis kon een nieuw industriegebied worden ontwikkeld, dat we kennen als De Kromme Gouwe. Dit industriegebied is het oudste moderne industrieterrein van Nederland. Dit gebied werd, tot de komst van de Steve Bikobrug, voor zwaar verkeer aan één zijde ontsloten en wel aan de zijde van de Koningin Wilhelminaweg. De andere ontsluiting bevindt zich aan het Jaagpad met een bruggetje naar de Wachtelstraat. Deze brug was afkomstig van de Mallegatsluis die in de jaren 1941-1943 bij de renovatie werd vervangen door een vaste brug en was totaal ongeschikt voor zwaar verkeer. Vele jaren mocht het personenautoverkeer er nog gebruik van maken, doch al vele decennia is het gebruik slechts toegestaan door voetgangers en (brom)fietsers. De aanleg van de Industriestraat betekende de afdamming van de rivier de Gouwe, want dat is het overgebleven watertje dat langs de Goudkade, Onder de Boompjes en Wachtelstraat “stroomt”. De plaatsnaam Gouda was toen natuurlijk al wereldwijd een begrip. Toch had Gouda vanaf dat moment, verwijzend naar Amsterdam en Rotterdam, net zo goed Gouwedam kunnen gaan heten.
Hoewel de aanleg van De Kock van Leeuwensluis primair voor de waterhuishouding was aangelegd had deze zeker ook nut voor de scheepvaart. Het was immers vanuit de richting Alphen aan den Rijn gezien nog de enige “open” verbinding met de binnenstadswateren. Tot de bouw van de Steve Bikobrug, die de Nijverheidstraat aan de noordzijde ontsloot, kon men met enige regelmaat nog vrachtschepen varend van en naar de Turfsingel waarnemen. Tegenwoordig schut de sluis nagenoeg alleen nog de recreatievaart, voor zover de waterstanden in de gekanaliseerde Gouwe en de binnenstad niet gelijk zijn.
De sluis draagt de naam van diens ontwerper:Ir. Willem Johan de Kock van Leeuwen.
Foto’s 2013: Nico J. Boerboom